Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

Vlaams nucleair materiaal zonder beperkingen uitgevoerd

22/08/2013

22 augustus 2013 – Vanuit Vlaanderen wordt reeds jarenlang nucleair materiaal uitgevoerd zonder het eindgebruik of de klanten ervan te beperken. Het gaat om deuterium/zwaar water, dat kan gebruikt worden voor de ontwikkeling van kernwapens. Dat Vlaanderen voor dit materiaal vergunningen uitreikt zonder de eindgebruikers te beperken, doet vragen rijzen over de Vlaamse exportcontrole van dergelijk gevoelig materiaal. Dat blijkt uit het jaarrapport over de Vlaamse buitenlandse handel in dual-use producten van het Vlaams Vredesinstituut.

Handel in dual-use producten is internationaal een heet hangijzer

Internationale afspraken bepalen dat de export van nucleair materiaal moet worden gecontroleerd via een vergunningssysteem. Samen met bijvoorbeeld bepaalde chemische stoffen zijn nucleaire goederen immers dual-use producten: producten die civiel worden gebruikt, bijvoorbeeld in de energiesector of geneeskunde, maar ook een militaire toepassingen kunnen hebben, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens. De controle is er dan ook op gericht dat dergelijke producten niet in de verkeerde handen terecht komen. Zo wil de internationale gemeenschap bijvoorbeeld vermijden dat terroristen een ‘vuile bom’ aanmaken, Iran kernwapens ontwikkelt of chemische wapens verspreid worden.

Vlaanderen voert stelselmatig meer gevoelige nucleaire goederen uit zonder beperkingen

In België zijn de gewesten bevoegd voor het vergunningsbeleid van dual-use export. De regelgeving voorziet in verschillende soorten vergunningen, naargelang de aard van de producten en van de bestemmelingen. Al van in 2007 reikt de Vlaamse overheid globale vergunningen uit voor de export van deuterium/zwaar water naar een 15-tal landen, waaronder Algerije, Brazilië, China, India, Singapore, Zuid-Korea en Maleisië. Het toekennen van dergelijke globale vergunningen betekent dat de exporteurs dat nucleaire materiaal legaal kunnen exporteren naar eender welke klant in die landen. Bij geen enkele van deze globale vergunningen is een beperking van eindgebruiker opgelegd om veiligheidsrisico’s in te perken. Bovendien is de waarde van de Vlaamse globale exportvergunningen voor deuterium/zwaar water stelselmatig toegenomen: van 4.000 euro in 2007 tot 220.000 euro in 2012.

Deuterium/zwaar water vormt een ernstig risico

Deuterium/zwaar water staat in internationale context op de lijst van meest gevoelige dual-use producten. Zelfs binnen de EU is er om veiligheidsredenen voor alle transacties een vergunning nodig. Het product vormt dan ook een groot risico in verband met nucleaire proliferatie: met zwaar water kan men kernwapens aanmaken zonder over verrijkt uranium te beschikken. Landen als Israël en India hebben wellicht zwaar water in handen gekregen via afwending en wederuitvoer, en konden zo kernwapens aanmaken buiten het Non-proliferatieverdrag om. Dat Vlaams deuterium/zwaar water zonder beperking van eindgebruiker wordt uitgevoerd naar bijvoorbeeld Maleisië doet dan ook vragen rijzen. “Maleisië heeft een bedenkelijke reputatie wat exportcontrole betreft, en werd eerder al genoemd als ‘hub’ voor illegale handel met Iran.” zegt Tomas Baum, directeur van het Vlaams Vredesinstituut, “Het lijkt ons aangewezen dat de Vlaamse Regering het Vlaams Parlement duidelijk en transparant inlicht over de manier waarop Vlaanderen het eindgebruik van dit gevoelig nucleair materiaal vooraf controleert. De rapportage over het vergunningsbeleid doet immers vermoeden dat die controle onvoldoende is.

Meer informatie

Het volledige rapport ‘Vlaamse handel in producten voor tweeërlei gebruik 2012’ is beschikbaar via deze link.

Lees meer